Spreekwoorden (beginnend met een W)

Op dit gedeelte van de website vindt u een overzicht van Nederlandse spreekwoorden met de beginletter W. Doorzoekt u de spreekwoordendatabase liever op trefwoord, klik dan hier om terug te gaan naar de overzichtspagina.


« < 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 > »

Wie de bramen vreest moet uit het bos blijven

Als je moeilijke zaken niet durft aan te pakken, begin er dan helemaal niet aan.

*****

Wie dikwijls te gast wil gaan, moet dikwijls noden

Als men als gast goed onthaald wil worden, dan zal men ook zijn eigen gasten goed moeten onthalen.

*****

Wie distels zaait, zal stekels maaien

Als je slecht bezig bent (voor een ander), zal je vroeg of laat daar zelf ook last van ondervinden.

*****

Wie de dochter hebben wil, moet met de moeder vrijen

Als je een relatie met een meisje wil hebben, zal je in goede aarde moeten vallen bij haar moeder.

*****

Wie de goden liefhebben sterven jong

Mensen die er voor gaan in het leven, overlijden vaak te jong.

*****

Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst

Als je jongeren kunt overtuigen van je standpunten, dan zullen ze die in de toekomst ook praktiseren of uitdragen.

*****

Wie de koe koopt, heeft het kalf toe

Als je met een vrouw gaat die al kinderen heeft, dan krijg je het gedoe van haar kinderen er gratis bij.

*****

Wie de lusten wil, moet ook lasten dragen

De nadelen komen tegelijk met de voordelen.

*****

Wie de naam heeft vroeg op te staan, kan ook lang blijven liggen

Als je veel presteert, maalt men er niet om als je een keer losbandig gedrag laat zien.

*****

Wie de roede spaart, die haat zijn kind

Kinderen moet je op zijn tijd goed de les lezen of een straf geven, want daar plukken ze later de vruchten van.

*****