Kerstgedicht : 'Wanneer met kerstmis de klokken luid klinken in de toren'

Wanneer met Kerstmis de klokken luid klinken in de toren
Onder het geschal van de midwinterhoorn.
Komen wij samen met de gedachte: ‘Jezus is geboren?’.
Nieuw leven laat van zich horen.
Door de engelen kwamen ook de herders op de velden
te samen om zich bij de pasgeborene te melden.
Ook de drie wijzen zo wordt verteld, kwamen van ver,
zij volgden een onbekende vreemde ster.
Die ster bleef stille staan en stralen
tot op heden zijn dat mooie kerstverhalen.
Een en al eenvoud was het in die stal en arm,
de os en ezel hielden het kleine kindje warm.
Hier was het begin van onze kerstgedachte
Wat wij er tweeduizend jaar later ook van verwachten
Het gaat ook nu nog steeds om diezelfde rede
Dat wij mogen leven in onderlinge vrede.
Voor u in het nieuwe jaar Voorspoed en Geluk
met een Gezegende Kerstgroet uit De Lut(te).

Beoordeel dit gedicht