Rijmen en regels

Een gedicht definiëren wij als een stuk tekst waarmee de dichter op een kernachtige en (meestal) rijmende wijze een boodschap overbrengt aan de lezer ervan. Drie aanvullingen op deze definitie zijn beslist nodig om een gedicht van andere taalkunst te onderscheiden.
  • Belangrijk is dat de lengte van het dichtstuk (het aantal regels) geheel wordt bepaald door de dichter (kort of lang). Hiermee onderscheidt dichtkunst zich van proza, waarbij de lengte van de tekst wél een belangrijke plaats heeft.
  • Naast rijm heeft de dichter nog twee instrumenten waarmee hij zijn dichtstuk tot een (beter) dichtstuk kan maken, te weten: het gebruik van strofen en ‘metrum’.
  • De dichter baseert zich bij het rijmen op een rijmschema.
Hieronder vindt u de belangrijkste informatie over rijmsoorten, rijmplaatsen, rijmschema’s, metrum en gebruik van strofen. U kunt deze informatie gebruiken bij het opstellen van uw eigen gedichten of om gedichten beter te snappen of te kunnen lezen. Hier en daar geven wij ter illustratie ook voorbeelden.



Rijmschema's

Gedichten zijn vaak opgebouwd uit strofes. Een strofe is een (onder)deel van een gedicht met een bepaald/vast aantal regels. Vaak zijn dat er vier, maar het kunnen er heel goed ook twee of drie zijn, of juist wel acht.

Een dichter hanteert vaak een volgorde voor zijn rijmwoorden binnen een strofe, wat ook wel een rijmschema wordt genoemd. We beschrijven hieronder de voorkomende (eind) rijmschema’s voor een strofe van vier regels.

Gepaard rijm: a a b b - c c d d
Gekruist rijm: a b a b - c d c d
Omarmend rijm: a b b a - c d d c
Gebroken rijm: a b c b - d e f e (soms ook: a b a c - d e d f)
Slagrijm: a a a a - b b b b

Gepaard rijm

Als er gepaard wordt gerijmd in een gedicht, dan rijmen de regels opvolgend. De eerste regel rijmt op de tweede regel, en de derde regel rijmt op de vierde regel. Dit rijmschema is van alle rijmschema’s (samen met of na slagrijm) misschien wel het meest eenvoudige. Beginnende dichters kiezen meestal voor dit schema, en ook veel sinterklaas- en kerstgedichtjes zijn hierop gebaseerd.

Bekijk voorbeelden van gedichten met gepaard rijm

Gekruist rijm

Bij ‘gekruist rijm’ rijmen de versregels om en om. Gekruist rijm is net als gepaard rijm een overzichtelijke manier van rijmen en leest ook makkelijk(er) voor een minder geoefende lezer van gedichten.

Bekijk voorbeelden van gedichten met gekruist rijm

Omarmend rijm

Bij ‘omarmend rijm’ rijmen onderling de eerste en de vierde regel, en de tweede en de derde regel van de strofe. Ook dit rijmschema komen we in de praktijk af en toe wel tegen, hoewel beduidend minder frequent dan gepaard, gekruist en gebroken rijm.

Bekijk voorbeelden van gedichten met omarmend rijm

Gebroken rijm

Gebroken rijm kent twee soorten. Van gebroken rijm is sprake als de tweede en de vierde regel rijmen, maar de eerste en de derde regel van de strofe juist niet (is dit laatste wel het geval dan gaat het immers om gekruist rijm). Bij de andere soort gebroken rijm rijmen juist de eerste en de derde regel, terwijl de tweede en de vierde regel dat juist niet doen (is dit laatste wel het geval dan gaat het uiteraard weer om gekruist rijm).

Bekijk voorbeelden van gedichten met gebroken rijm

Slagrijm

Slagrijm is een vorm van eindrijm waarbij alle regels binnen een strofe rijmen. Dit type rijmschema doet soms te eenvoudig aan, waardoor het lijkt alsof de dichter nog maar weinig kaas heeft gegeten van de dichtkunst (en misschien is dat dan ook wel zo). Slagrijm kan men beter vermijden tenzij slechts hier en daar toegepast in een wat langer gedicht, of de woordkeuze speciaal of wat moeilijker is. Net als gepaard rijm vinden we slagrijm doorgaans vaak terug in sinterklaas gedichtjes.

Tot slot moet worden opgemerkt dat binnen een gedicht heel wel gevarieerd kan worden met verschillende rijmschema’s. Ook hiermee kan de dichter zo zijn bedoelingen hebben (aanbrengen van stijl, afwisselend voor de lezer, enzovoort).